GEZICHT (n. n.)

BLICK (deu.) · GAZE (eng.) · GESICHT (deu.) · GLANCE (eng.) · SIGHT (eng.) · VISION (fra.) · VUE (fra.)
TERM USED AS TRANSLATIONS IN QUOTATION
COUP D’ŒIL (fra.) · REGARD (fra.) · VUE (fra.)
TERM USED IN EARLY TRANSLATIONS
EYE (eng.) · GESICHT (deu.) · SIGHT (eng.) · VISUS (lat.)

FILTERS

LINKED QUOTATIONS

3 sources
6 quotations

Quotation

Aller menschen ghesicht en is niet begaeft met de selvighe oordeelenskracht; seght Plutarchus {apud Stobaeum ser de Venere & amore}, 't eene ghesicht is meer volmaeckt door de Nature en beter geoffenet door de konst als het ander om het gene schoon is te onderkennen. Hier uyt ontstaet het dat de Schilders met een vaerdighe gauwigheyd van de ghedaenten ende ghestaltenissen der dingen weten te oordeelen. Als een onwetend mensche, eenen rechten Idioot, volmondelick bekendt dat hy de Venus die Zeuxis gheschildert hadde niet schoon en vond; Neem mijne ogen seyde Nicomachus, en sy sall een Godinne schijnen te sijn.

[Suggested translation, Marije Osnabrugge:] Not everyone's sight is gifted with the same power of judgement; says Plutarchus {…}, one sight is more perfect by Nature and better trained by art than the other to recognize that which is beautiful. From this it results that Painters know how to judge the shapes and figures with a capable quickness. When an ignorant man, a true idiot, whole-heartedly confessed that he did not consider the Venus painted by Zeuxis beautiful; Nicomachus said: Take my eyes, and she will appear to be a goddess.

Conceptual field(s)

SPECTATEUR → perception et regard

Quotation

Want wy moeten door schijn eyghentlijcke kracht (soo noem ick het) het ghesichte der Konst-beminders, door een, eendrachtelijcke goede orderen der 'tsamen-voeginghe van licht en schaduwen, overweldighen en in nemen. Soo dat dan voor al het wel schicken der schaduwe niet simpelijck gheseyt en moet werden noodich te zijn; maer van alle Schilders, wie het oock soude moghen wesen, op't hooghste moet betracht werden.

[proposition de traduction, Léonard Pouy:] […] c’est avec une force naturelle apparente (telle que je l’appelle) que nous devons dominer et nous emparer de l’œil des amateurs au moyen d’un bon arrangement de la conjonction des lumières et des ombres. Aussi n’est-il pas suffisant de simplement dire qu’il est nécessaire d’arranger les ombres correctement. Cela doit être mis en pratique au plus haut degré par tous les peintres quels qu’ils soient.

Attirer le regard par les effets de lumière et d’ombre.

Conceptual field(s)

CONCEPTION DE LA PEINTURE → lumière
L’ARTISTE → règles et préceptes

Quotation

Laet ons nu mede eens besien waer toe nodigh is dat een Schilder eenige kennisse der Mathematische dingen behoort te hebben ; welcke nutticheyt ick met een woordt of twee sal aen wijsen. De reden is dese, om dat hy bequamelick van de radien des ghesichts souden weten te oordeelen, en de omstandicheden van dien, het welcke een Schilder op 't hoochste nodich is.

[proposition de traduction, Léonard Pouy:] Examinons maintenant pourquoi il est nécessaire pour un peintre d’avoir quelques connaissances des principes mathématiques, utilité que je vais vous montrer en un mot ou deux. La raison en est qu’il ne saurait comment juger proprement des rayons de la vue, de leur arrangement et de leur compréhension, lesquelles sont des plus nécessaires à un peintre.

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → règles et préceptes
EFFET PICTURAL → perspective

Quotation

De waarschynelykheid, welke door het gezicht op ons verstand en inbeeldingen werkt, moet voornamelyk waargenomen werden, in de verdeeling en verbeelding onzer geschiedenissen, naast die drie deelen daar in de schoonheid bestaat, waar van te voren gesprooken is. {De waarschynelykheid is het voornaamste punt in het ordineeren waar te nemen.} Men moet dezelve niet alleen in het algemeen, maar in ider byzonder voorwerp doen blyken, en nauwkeurig zien op het verwerpen van zaaken, welke daar tegens strydig zyn.

[D'après DE LAIRESSE 1787, p. 120:] La vraisemblance, qui, par les organes de la vue, agit si puissamment sur notre esprit & sur notre imagination, doit principalement être observée dans la disposition & l’exécution du sujet, ainsi que dans les trois parties qui constituent la beauté dont nous avons déjà parlé. On doit donc non seulement garder cette convenance [NDR : grâce et nautrel] dans le sujet en général, mais encore dans chaque partie en particulier, en rejetant avec soin tout ce qui peut être contraire.

term translated by SIGHT
term translated by GESICHT

Conceptual field(s)

SPECTATEUR → connaissance
SPECTATEUR → perception et regard

Quotation

Zeeker is 't, dat onder alle de Konsten geene het gezicht met meerder bevalligheid en genoegen streeld, dan de Schilderkonst, wanneer zy in haar volle luister werd beschoud. Zy is schoon, oopenhartig en milddaadig, om haar gaaven, zo veel mogelyk is, aan de ernstige verzoekers derzelve gunstig mede te deelen [...] Haar recht gebruik moet bepaald worden in het verbeelden van deftige en stichtelyke zaaken, als fraaije Geschiedenissen en Zinnebeelden, Geestelyk en Moraal, dewelke op een deugdzaame en betaamelyke wyze, ieder een tot vermaak en nuttigheid strekkende, moeten werden uitgedrukt. Dus geraakt die Konst tot haar volkomen luister […] Het misbruik derzelve is, wanneer men zich begeeft tot ontuchtige en lasterlyke Verbeeldingen, die de eerbaare en zedige lieden of aanschouwers ontroeren en afkeerig maaken. Wie dan dit laatste volgd, zal nooit de belooning van de Deugd, die, volgens Horatius, een onsterffelyke naam is, verwerven, maar wel een eeuwige schande [...]Doch hoewel get schrift onze herten en lusten kitteld, het oog doet zulks veel meêr, nademaal het gezicht krachtiger onze zinnen ontroerd en aandoet, inzonderheid wanneer men de zaak zelf zo duidelyk, voor zyn oogen ziet, voornamentlyk de vleeschelyke wellust betreffende.

[D'après DE LAIRESSE 1787, p.199-200:] Il est certain qu’il n’y a point d’art qui charme davantage la vue, ni qui fasse une plus profonde impression sur l’esprit que la peinture, quand elle est portée à un certain degré de perfection [...]Le bon usage de la peinture consiste dans la représentation de sujets d’histoire, de la fable, ou purement allégoriques, par lesquels ont peut former l’esprit, émouvoir le coeur, & élever l’ame aux actions grandes & vertueuses; & c’est alors que la peinture remplit son véritable but, & atteint à sa plus grande perfection […]L’abus de la peinture consiste à produire des sujets satyriques & obscènes, qui blessent la vue des personnes honnêtes. Les artistes qui suivent cette route ne peuvent donc pas prétendre à la récompense de la vertu, qui est un nom immortel, comme le dit fort bien Horace […] Mais si la lecture de ces ouvrages est dangereuse, la vue des tableaux obscènes l’est bien davantage, à cause que les yeux portent des sensations bien plus fortes au coeur que les oreilles, sur-tout quand il s’agit d’idées érotiques.

term translated by EYE
term translated by SIGHT
term translated by GESICHT

Conceptual field(s)

SPECTATEUR → perception et regard

Quotation

Gelyk in de Zang-en Speelkonst een zuiver gehoor, alzo werd in deze oeffening der Konst [ndr : Conterfeitsels] een zuiver gezicht, vereischt. Zonder dit kan men onmogelyk een goed Meester hier in worden, dan by geval; aan 't welk dan al onze welvaart is hangende. Ik verstaa hier door een zuiver gezicht zulk een, dat door bekwaame zinnen, en niet door eigene liefde of neiging, gedreeven en geregeerd werd; waar na vereischt word. Een uittermaaten nette en naauwkeurige tekening, bestaande in een volkomene waarneeming der proportie, of verdeeling der ledemaaten, en zulks niet alleen in het aangezicht, maar van het geheele ligchaam met al zyn toebehooren, om het zelve op de aangenaamste wyze te vertoonen, op dat alle, die het beschouwen, van wat gewesten zy mogen weezen, altoos den persoon door het afbeeldsel konnen erkennen; 't geen zeer fraay kan geschieden door de mode met het schilderachtige te vermengen, gelyk die groote Meester Lely gedaan heeft […] Daar en boven moet men, in de twede plaats, een grondige kennis van de bevalligheid hebben, zo in de verkiezing van het licht, als de plaatsing van het voorwerp tegens het zelve, en om de tronie op haar schoonst en voordeeligst te vertoonen; benevens dit het ligchaam desgelyks op de welstandigste en natuurlykste wyze te schikken. In deze twee hoofdpunten, en der zelver waarneeming, meen ik dat het aller-voornaamste dezer Konstoeffening bestaat.
Men voeg'er noch dit, voor het derde, by, als 't geen wel den grootsten luister daar toe aanbrengt, te weeten de
Coloriet, op dat ieder mensch en ieder deel zyne eigene koleur bekome, en niet zodaanig een als zy by geval hebben, maar zo als zy gewoonlyk zyn en in hunnen dagelykschen ommegang zich vertoonen. Dat de Schilder zich wel wagte voor een byzondere neiging tot deze of geene manier, even als zommige, welker werk hier door beter voor 't hunne bekend word, als de persoon door de schildery van hunne hand aan zyne vrienden en bloedverwanten. Noopende de daaging, hier aan is veel gelegen, om die op man of vrouw toe te eigenen: want vermits het vrouwelyk geslacht gewoonlyk meerder tederheid en bevalligheid bezit, zo heeft het zelve, boven den man, ook het schoonste en aangenaamste licht noodig.

[D'après DE LAIRESSE 1787, vol. 2, p. 132-134:] Comme il est nécessaire pour être un bon musicien, d’avoir une oreille bien exercée, il faut de même pour exceller dans la peinture de portraits, avoir une grande justesse d’œil, sans laquelle il n’est pas possible de devenir un bon maître que par hasard. J’entends ici par un œil juste, celui qui est conduit par un esprit réfléchi, & non par l’amour-propre ou par la passion. Ensuite, il faut posséder un dessin correct, c’est-à-dire qu’on doit bien savoir les proportions & les divisions, non-seulement de la tête, mais de tout le corps en général, afin qu’on fasse connoître la personne par le portrait ; ce qui doit être exécuté de manière agréable, en donnant aux vêtements actuellement à la mode une disposition la plus élégante [ndr : pittoresque] qu’il est possible, ainsi que le grand Lely en a montré l’exemple […] Il faut de plus savoir faire un choix heureux de la lumière & de la manière d’y exposer la personne qu’on veut peindre, afin que la physionnomie fasse le meilleur effet possible ; & donner en même tems l’attitude la plus aisée & la plus gracieuse au corps. Le coloris [ndr : portrait], qui produite un si bel effet quand il est bien employé, est une partie dont il n’est pas moins nécessaire de s’occuper que des autres ; car il faut que la personne en général & chaque partie en particulier ait le ton de couleur qui lui est propre dans sa manière habituelle d‘être, & non pas quand elle est agitée par quelque passion extraordinaire. Le peintre doit surtout bien se garder d’adopter une manière particulière, ainsi que l’ont fait quelques maîtres, dont il est plus facile de reconnoître le pinceau, que la personne dont ils ont fait le portrait. Le choix de la lumière pour les deux sexes est d’autant plus essentiel que la femme , ayant plus de grace & de délicatesse que l’homme, demande par conséquent aussi un clair-obscur plus agréable & plus beau.

term translated by EYE
term translated by GESICHT

Conceptual field(s)

L’ARTISTE → qualités
SPECTATEUR → perception et regard